Hemus
heeft zich in de afgelopen jaren ontwikkeld tot een breedtesportvereniging. Dat
wil zeggen dat er een groot scala aan doelgroepen in staat gesteld is om te
roeien. De jeugd is hier als laatste officieel aan toegevoegd in 2001. Het
uitgangspunt voor dit beleidsplan is dat op dit gebied een stroomlijning van
activiteiten plaats vindt.
Dit
sluit aan op de inspanningen van de afgelopen anderhalf jaar, waarin vooral
energie is gestoken in samenwerking en resultaten. Hiermee wordt bedoeld:
a)
het
afstemmen van de activiteiten van de commissies op de wensen van de leden
b)
het
ontwikkelen van initiatieven om het ‘roeigat’ te verkleinen. Dit komt erop neer
dat leden die circa 3 jaar bij Hemus roeien actief proberen te maken/houden.
c)
het
verbeteren van het functioneren en de continuďteit van de roeicommissies
d)
het
oplossen van conflicten tussen commissies onderling en commissies en het
bestuur
Op
dit moment kan geconcludeerd worden dat deze doelen voor een groot deel behaald
zijn en dat er verder gekeken kan worden om de wensen van de leden verder vorm
te geven in de vereniging. Op hoofdlijnen staat het bestuur de volgende aanpak
voor:
Van
aanbod naar vraag
1.
Het
stroomlijnen van de activiteiten op het gebied van roeien. Doelstelling is de
belangen van de verschillende groepen leden te borgen. De indeling van
doelgroepen sluit aan bij de indeling van het materiaal/ afroeicategorie.
Indeling naar doelgroepen en materiaalcategorie |
|
·
Recreatie
- 1: C materiaal |
|
·
Recreatie gevorderd -
2: glad recreatief |
|
·
Wedstrijd
- 3: glad wedstrijd |
|
·
Jeugd
- 4: jeugd- en junioren |
2.
De
doelgroepen worden binnen de vereniging vertegenwoordigd via de een commissie.
Voor de groepen 1 en 2 zal een recreanten commissie worden ingesteld. Voor de
groepen 3 en 4 bestaan reeds commissies.
3.
Uitgangspunt
voor de organisatie en financiering is dat iedere doelgroep in staat is om
zichzelf te bedruipen/ in stand te houden.
4.
Iedere
doelgroep bewaakt de kwaliteit en de kwantiteit van de instroom, opleiding en
de roeifaciliteiten, waaronder het materiaal.
5.
Iedere
doelgroep stimuleren de samenwerking met andere roeicommissies om zo de
kwaliteit van het roeien binnen Hemus op een hoger plan te tillen. Respect voor
elkaars belangen en gebruik maken van elkaars kennis en expertise is leidend.
6.
Het
formuleren van specifiek beleid met doelstellingen en randvoorwaarden per
doelgroep. Jaarlijks zal per 1 november door iedere doelgroep een plan met
begroting dienen te worden geformuleerd. Het Hemus jeugdplan kan hierbij als
voorbeeld worden aangehouden.
7.
De
instroom van nieuwe leden is afhankelijk van criteria, waardoor kwaliteit
gewaarborgd is. Hierbij valt te denken aan aantal coaches, materiaal etc.
8.
In
november wordt door het bestuur vastgesteld wat de aantal nieuwe onervaren
instroom voor het komende jaar zijn. Voor 2003 komt dit neer op: 55 onervaren
leden (30 avondinstroom, 20 midweekers en 5 jeugdleden ), die in groepsverband
instromen in april. Hiervan is het streven dat 40 lid worden en blijven na de
instructieperiode.
9.
Ervaren
nieuwe leden kunnen instromen, mits men lid geworden is en voor geroeid heeft/
afgeroeid is. Daarnaast zal ook voor deze leden een apart introductietraject
worden ingesteld.
10.
Doelstelling
is de roeitechniek van de Hemus-leden structureel gedurende de roeicarričre te
ondersteunen door eenduidige en gestructureerde instructie en coaching. De
coach-/ en afroeicommissie adviseren en ondersteunen de doelgroepen bij het
opleiden van instructeurs en coaches. Tevens adviseren zij bij het formuleren
van kwaliteitseisen ten aanzien van het roeien.
11.
Er
zal een opleidingscoördinator worden gezocht om het opleidingenbeleid verder te
concretiseren.