Ook
al heb je het nog zo vaak op TV gezien, in het echt is alles anders.
Wanneer ik op zondagochtend 5 november onder de beroemde Verrazano
Bridge klaarsta, vlak voor de start van de New York City Marathon,
stroomt de adrenaline door mijn lijf. Te midden van al die duizenden
lopers, helikopter geronk, een enthousiaste speaker die de minuten
aftelt, zenuwachtig plassende lopers, kledingstukken die op het laatste
moment in allerijl over de hekken worden gegooid. Ik denk alleen maar
“wauw”, en besef nauwelijks nog wat me allemaal te wachten staat. En
dan klinkt het “Gun shot”, en is de start een feit. Het gaat
beginnen.

Eerste kilometers
– Brooklyn
Het is redelijk loopweer, een bleek zonnetje, wel fris, maar met een
schuine tegenwind, die soms hard aankomt en soms weer helemaal weg is.
Op de een of andere manier heb ik mij bij de start redelijk vooraan
weten te manoevreren. Slechts 30 seconden na het “Gun
Shot” passeer ik al de startlijn. En ik zit ook nog in de “Blue Area”,
het vak met de snellere heren, dus ik kan eigenlijk vrijwel vanaf het
begin mijn eigen tempo lopen. Verrazano Bridge duurt bijna 2 kilometer,
en daarna volgt Brooklyn. We dalen af in een enorme mensenmassa, overal
staan bands. Een hoog ZZ-top gehalte, uitzinnig publiek. Helemaal te
gek, er zijn geen andere woorden voor. Het is oppassen om niet te snel
van start te gaan. De adrenaline blijft hoog, ik realiseer me heel erg
goed wat er gebeurt, kijk veel om mij heen, probeer gezichten van het
publiek in mij op te slaan. Maar al gauw vervaagt dat tot een enorme
massa, een film die joelend en schreeuwend aan mij voorbijtrekt, in
plaats van ik aan hen.
Queensborough
Bridge - First Avenue
De eerste 10 kilometer gaan erg soepel (48:47), en ook op het fameuze
Halfway Point kom ik lekker door in 1 uur en 42 minuten. Perfect op
schema voor de door mij gedroomde eindtijd rond de 3,5 uur. Halfway
Point ligt op de Pulasky Bridge, de overgang van Brooklyn naar de wijk
Queens. Die laatste wijk duurt iets minder lang en er is ook wat minder
publiek (al is het nog steeds meer dan bijvoorbeeld in Amsterdam). Veel
warenhuizen, basketball veldjes, de eerste rappers zijn te horen. Bij
kilometer 24 wacht de Queensboro Bridge, die naar Manhattan voert. Ik
ben ervoor gewaarschuwd, en terecht. De stukken vals plat in Brooklyn en
Queens zijn niets vergeleken bij de hellingshoek van deze lange brug. Ik
zak bewust iets terug in tempo. Op de brug zijn alleen de voetstappen en het gehijg van de lopers te horen, een bijna intieme ervaring.
En dan heel
langzaam, terwijl de afdaling naar Manhattan is begonnen, wordt het
gejoel en gejuich van First Avenue hoorbaar. Scherpe draai naar links,
en de orkaan barst los. Uitzinnige menigte, waanzinnig. Wat een mensen!
First Avenue duurt ruim 6 kilometer, één lange rechte streep op weg
naar de Bronx. Halverwege dit stuk krijg ik het voor het eerst wat
moeilijker. Ik probeer mijn tempo te houden, maar merk dat mijn pas heel
subtiel verandert. Het 30 kilometer punt passeer ik nog in 2 uur en 29
minuten, vrijwel exact op mijn schema, maar daarna moet ik een stapje
terug doen. Het stuk door de Bronx (rond kilometer 33) zit ik ineens
goed stuk, ik moet mezelf dwingen door te lopen. Het is bovendien een
weinig inspirerende omgeving. De paar zijstraten bieden een desolate
aanblik. Ik herken beelden van gevaarlijke shoot-outs, de serie New York
Police speelt zich hier af. Maar er wordt ook gerapt en een bluesband
houdt een jam-sessie.
|
|
Terug
naar Manhattan – 5th Avenue
De
Bronx eindigt eerder dan verwacht. Via de Madison Avenue Bridge bereiken
we opnieuw Manhattan, 5th Avenue ter hoogte van de 138e
straat. De route voert over 5th Avenue eerst een stuk door Harlem. Hier
moet je ’s avonds niet zonder politiebewaking lopen. Maar vandaag is
de hele stad gericht op de marathon, en het publiek wordt talrijker
naarmate de route vordert. Ik wil nog maar één ding: even gaan zitten,
ik ben zo vreselijk moe! En het is niet mijn ademhaling, maar de benen,
die willen gewoon niet meer. De belangrijkste tip die ik meekreeg was:
niet gaan wandelen, tempo aanpassen en doorlopen, doorlopen. Ik probeer
lopers voor mij te zoeken die langzamer gaan, zodat ik een mikpunt heb
om in te halen. Dankbaar pak ik bij elke drinkpost (ze staan er iedere
mijl) een beker water of Gatorade. Werkelijk fantastisch, al die
vrijwilligers. Het moeten er duizenden zijn, bij elke post alleen al
staan er minstens 50 tot 100. Doorhobbelen tijdens het drinken, niet
stoppen.
Central Park – de laatste
(kilo)meters
Ter
hoogte van de 102e straat verlaten we 5th Avenue en duiken we
Central Park in. Het staat er werkelijk rijen dik. We zijn er bijna,
maar net niet helemaal, want Central Park duurt van de 102e
tot de 59e straat, inclusief drie heuvels. New York is echt
een zwaar parcours, daar kom ik onderhand wel achter. Toegeschreeuwd
door de uitzinnige menigte probeer ik mijn tempo weer iets te verhogen.
Het lukt soms 20 passen, maar dan moet ik er weer minstens 20 in een
lager tempo doen. Nobody
quits at Central Park!
De
laatste kilometer breekt aan. Ik heb het idee veel tijd te hebben
verloren, maar mijn klokje wijst 3:30 aan. Tjee, dat valt mee! Ik probeer
aan te zetten. Ik haal lopers in, maar word ook links en rechts
gepasseerd. Alles eruit persen nu. De laatste 200 meter, het gaat weer
licht omhoog. Werkelijk waanzinnig fantastisch gevoel, ik zie de
finishlijn aankomen, en weet dat daar de foto zal worden gemaakt die ik zo
graag wil hebben. Ik trek nog een sprint om binnen de 3 uur 36 minuten te
eindigen. Wat een onzinnig streven eigenlijk, waarom wordt deze marathon
na al die uren op het laatste moment gereduceerd tot een sprintje om, ja
om wat eigenlijk.......? Ik steek mijn armen ruim voor de finish al
omhoog, ik zal hoe dan ook juichend op die foto komen, nog een paar
passen, nog drie, nog twee, de laatste, en dan is het
over................godzijdank. Netto tijd 3:35:29.
Emoties
Vrijwilligers
hangen een medaille om, folie wordt omgewikkeld, iemand roept “you just
did a great job”!, we zijn allemaal winnaars volgens een ander, en dan
kan ik mijn tranen niet meer bedwingen. Alle emoties komen los. Zelden ben
ik zo volledig leeg geweest, maar tegelijk ook zo blij. Bijzondere
ervaring. Gevoelens die ik nooit eerder had. Tijdens het half uur
verplichte wandelen tot de “Family Reunion Area” zakken de eerste
emoties langzaam wat weg, maar het weerzien met de supporters en helemaal
met mijn running mate is geweldig. Ook hij liep de marathon binnen de 4
uur (3:58).
Na
de emoties volgt de vermoeidheid. Loodzware benen. We slepen ons door de
metro, je herkent de andere runners aan het folie, en anders wel aan de
slepende tred. In het hotel wacht een bad. Alles doet pijn, maar wat geeft
het, we hebben het gehaald, we hoeven helemaal niets meer. Nou ja, eten,
veel eten, en slapen, en daarna nog meer eten en nog meer slapen. De New
York City Marathon 2000 zit erop. Het is bijna niet in woorden te vatten.
“A once in a lifetime experience”. Ik had het voor geen goud willen
missen.
© 2000 Aldert Nijhuis |